*This Article is in Dutch | Zoetermeer, 18 juni 2013 – De economische groei in Nederland laat het al enige tijd afweten en de vooruitzichten zijn zeer matig. De export is vooralsnog de kurk waarop de Nederlandse economie drijft. Toch is ook de Nederlandse export kwetsbaar. De resultaten van het FME-onderzoek Internationaal Ondernemen van 2013 benadrukken de exportkracht van de technologische industrie. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: In een wereld met nieuwe economische verhoudingen, nieuwe groeimarkten en toenemende belemmeringen is het essentieel dat we internationaal onze kansen pakken. Dat wijst niet alleen ons eigen onderzoek uit, maar blijkt ook uit de jongste cijfers van het CPB. Ondersteuning door de overheid is essentieel om de barrières te slechten en de kansen te kunnen benutten.

Om in kaart te brengen wat de toegevoegde waarde is van de technologische industrie als exporteur voor de Nederlandse economie, voert FME elk jaar het Onderzoek Internationaal Ondernemen uit. Daarin wordt bedrijven in de sector gevraagd naar hun exportactiviteiten, naar hun kansen en naar de belemmeringen die zij ondervinden bij het internationaal ondernemen. Het rapport met de resultaten is vandaag uitgekomen.

De technologische industrie is een van de meest internationale sectoren van Nederland. Zo’n 60% van de omzet in deze sector wordt gegenereerd in het buitenland. Daarmee vertegenwoordigd de technologische industrie ongeveer een achtste van de totale Nederlandse export.

Exporteurs in de technologische industrie zijn gemiddeld in meer dan 20 landen actief en halen, gewogen naar omzet, zelfs zo’n 80% van hun omzet uit het buitenland. Voor iets meer dan een derde van de bedrijven is dat zelfs 80 tot 100%.

Nieuwe groeimarkten
De technologische industrie exporteert op dit moment nog voor een groot deel naar Europa. Duitsland is de belangrijkste afzetmarkt, maar ook een belangrijke toegangspoort naar de rest van de wereld. Ook China en Rusland hebben inmiddels een vaste plek bemachtigd in de top 10 exportbestemmingen. Behalve in China en Rusland, ziet men ook volop groeimogelijkheden Brazilië en India. Duidelijk is dat per sector andere landen potentie tot groei bieden. Het sleutelwoord is dan ook: sectorfocus. In TI Magazine, dat vandaag verschijnt, is hier een dossier aan gewijd: Sectorfocus heilig bij het benutten exportkansen.

In TI Magazine, dat gisteren is verschenen, leest u meer over het FME-onderzoek Internationaal Ondernemen.

Niet alleen in de bekende groeimarkten maar ook in opkomende ontwikkelingslanden zijn bedrijven uit de technologische industrie zeer actief. Gemiddeld geeft zo’n 30% van de bedrijven aan actief te zijn in ontwikkelingslanden en nog eens 10% wil daar in de toekomst kansen benutten. Zowel om te exporteren als om er te investeren en projecten voor ontwikkelingssamenwerking uit te voeren. Denk aan medische technologie, technologische toepassingen in de agro-foodsector en infrastructurele projecten.

Modernisering Postennet en & Diplomatie
Zowel opkomende landen als landen in economisch zwaar weer hebben in de afgelopen jaren meer protectionistische maatregelen getroffen. Nederlandse bedrijven ondervinden daardoor steeds meer barrières bij het internationaal zakendoen. Vooral lastige douaneprocedures, bureaucratie, onduidelijke regelgeving en afwijkende technische standaarden werken belemmerend.

Dezentjé: Zowel voor het benutten van kansen als het slechten van barrières hebben bedrijven ondersteuning nodig. FME draagt haar steentje bij door ondernemers te adviseren en handel te bevorderen, maar ook de overheid heeft de taak bedrijven internationaal te helpen en te laten excelleren. Deze week komt minister Timmermans met zijn nota over de modernisering van het postennet en diplomatie. Een modernisering en verbeteringsslag die  noodzakelijk is om het ministerie en de posten beter te laten functioneren. Dezentjé: FME heeft goede voorstellen gedaan om die verbeteringsslag te maken. Helaas wordt de overheid bij de modernisering van het postennet voor een belangrijk deel gedreven door de  taak te bezuinigen. Dat is jammer. We kunnen niet genoeg benadrukken dat de wereldwijde aanwezigheid van Nederlandse (economische) diplomaten in de wereld cruciaal is voor de internationale handelsbelangen van het Nederlands bedrijfsleven, en dus voor de verdienkracht van ons land.

Hier treft u het volledige FME-onderzoek Internationaal Ondernemen juni 2013